Het lachgasverbod wordt van kracht per 1 januari 2023. Vanaf die datum staat lachgas op lijst II van de Opiumwet, wat betekent dat het dan onder andere verboden wordt om lachgas binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te verkopen of te hebben. Het doel van het verbod is om recreatief gebruik terug te dringen en het aanbod te beperken. Het professioneel gebruik van lachgas voor medische en technische doeleinden blijft wel toegestaan, net als het gebruik van lachgas als toevoeging aan voedingsmiddelen.
Staatssecretaris Van Ooijen (VWS): “Het recreatief gebruik van lachgas leidt tot enorme gezondheidsrisico’s. Daarnaast is de veiligheid van ook niet-gebruikers in het geding. We hebben al vaak genoeg berichten in het nieuws gezien dat er vreselijke ongelukken zijn gebeurd door weggebruikers die lachgas gebruikten. De laatste jaren is er dan ook vanuit de samenleving een oproep geweest om recreatief gebruik van lachgas te verbieden. Ik ben blij dat we dit verbod vanaf 1 januari 2023 in werking kunnen laten treden.”
Minister Yeşilgöz-Zegerius (JenV): “Het lachgasverbod helpt de politie enorm in de handhaving. Met het verbod wordt het lachgas bij je hebben – het bezit – op zich zelf al strafbaar. Hierdoor kan de politie eerder optreden. Nu is dat pas mogelijk op het moment dat iemand lachgas gebruikt en zorgt voor overlast of gevaarlijke situaties in het verkeer. Met het verbod kan de politie straks direct in actie komen als iemand niet-beroepsmatig lachgas in zijn bezit heeft en ballonnen met gasflessen in de auto heeft liggen. Zo kunnen we hopelijk ongelukken voorkomen.”
Grote risico’s
In juli verzocht de Raad van State om meer toelichting waarom een combinatie van minder ingrijpende maatregelen, zoals preventie, voorlichting en monitoring, op dit moment niet genoeg is om het gebruik en aanbod van lachgas te beperken. Lachgas blijft voor professionele doeleinden namelijk mogelijk om te gebruiken. De Raad van State vroeg zich af of het onderscheid duidelijk genoeg is en adviseert dit apart in een regeling bij wet meer af te bakenen. Dat betekent een nieuwe wetgevingsprocedure en zal veel tijd in beslag nemen.
Vanwege de grote risico’s van lachgasgebruik en de noodzaak van het verbod, acht het kabinet het juist belangrijk om het lachgasverbod zo snel mogelijk in werking te laten treden. Ook is het kabinet van mening dat duidelijk is omschreven in welke gevallen gebruik van lachgas wel toegestaan is en in welke gevallen niet.
Legale toepassingen
De oorspronkelijke toepassingen van lachgas, zoals medisch lachgas, lachgas bestemd voor technische doeleinden en bestemd als voedingsadditief, blijven toegestaan en zijn dus uitgezonderd van het verbod. Wel verandert er voor deze gebruikers het een en ander, omdat de inkoop, verkoop, bezit en het ter handstellen van lachgas in gasflessen aan particulieren per 1 januari 2023 verboden is.
Voor de medische en technische sector moeten fabrikanten en groothandelaren van lachgas een opiumontheffing aanvragen op grond van de artikelen 6 en 8 van de Opiumwet. Fabrikanten en groothandelaren hebben dit nodig om handelingen met lachgas te mogen verrichten. De kleine ampullen met lachgas die vooral in de horeca gebruikt worden voor o.a. slagroomspuiten blijven toegestaan, maar mogen niet doorverkocht worden aan derden. Met betrokken partijen wordt komende weken besproken wat de veranderingen per 1 januari 2023 voor hen betekenen en hoe daarmee om te gaan.